De lindebomen langs de centrumkerk maken momenteel deel uit van een proefproject dat overlast door honingdauw moet tegengaan. Druppels honingdauw die bijvoorbeeld op je auto terechtkomen, vormen een kleverig laagje. Heel vervelend. Het gemeenbestuur kiest voor een natuurvriendelijke aanpak met lieveheersbeestjes. Bij gunstig resultaat, breiden we het project uit naar andere straten met lindebomen.
Het zijn bladluizen die de honingdauw afscheiden. Mieren op hun beurt vinden honingdauw erg lekker. Zij ‘melken’ en beschermen de bladluizen om zo honingdauw te oogsten. De honingdauw blijft aan de bladeren plakken, wat resulteert in het ‘druppen’ van de bladeren. Om dit tegen te gaan, moet de overvloed aan bladluizen en mieren aangepakt worden.
Larven lieveheersbeestjes uitzetten
Om de overvloed van bladluizen aan te pakken werden de larven van tweestippelige lieveheersbeestjes uitgezet. Het is een inheemse soort, de larven zijn verzot op bladluizen. Om deze beestjes bij de bomen te houden, werden insectenhotelletjes in de lindebomen opgehangen. Deze zijn specifiek gemaakt voor lieveheersbeestjes en dienen als schuilplaats en overwinteringsplaats. Zo zijn de beestjes volgend jaar na hun winterslaap onmiddellijk bij hun ‘eten’ als ze wakker worden.
Lijmband rondom bomen
De mieren worden aangepakt door een lijmband aan te brengen rondom de stam van de lindebomen. Zo geraken de mieren niet meer tot aan de bladluizen om ze te melken.