Vanaf donderdag 1 oktober wijzigen de afspraken rond quarantaine bij een (vermoedelijke) coronabesmetting. Er wordt een onderscheid gemaakt voor wie wel of niet ziek is. De veiligheidsraad besliste op woensdag 23 september om de basis quarantaineperiode in te korten van veertien naar zeven dagen. Bij ziektesymptomen of na een hoog risicocontact laat je je zo snel mogelijk testen via de huisarts.
Bij het bepalen van de quarantaineperiode, wordt een belangrijk onderscheid gemaakt tussen wie ziek is of wie geen symptomen vertoont.
Ziek?
Heb je ziektesymptomen die mogelijk wijzen op corona? Blijf dan zeven dagen in zelfquarantaine en laat je – via de huisarts – zo snel mogelijk testen. Is de test positief? Dan blijf je minstens in quarantaine voor de resterende dagen. Bij een negatieve test mag je meteen uit quarantaine, als je gezondheid het toelaat. Wie nog onvoldoende hersteld is, zal langer dan zeven dagen in quarantaine moeten.
Niet ziek?
Heb je geen symptomen die wijzen op corona maar kwam je in nauw contact (nauw contact van langer dan vijftien minuten) met een besmet persoon? Ga dan meteen in quarantaine voor een periode van zeven dagen, te tellen vanaf het laatste nauwe contact. Maak een afspraak voor een test vanaf de vijfde dag van je quarantaine. Positief resultaat? Dan wordt de quarantaine met zeven dagen verlengd. Negatief? Dan mag je na zeven dagen uit quarantaine.
Let op: Bij opeenvolgende besmettingen binnen één huisgezin, wordt de quarantaine voor de andere gezinsleden telkens met zeven dagen verlengd, telkens te tellen vanaf het laatste nauwe contact met het besmette gezinslid. Je huisarts bepaalt hoe lang de totale quarantaineperiode loopt.