Onderzoek bevestigt historische bodemverontreiniging sportsite Donk

donderdag, 24 september, 2020

 

Het oriënterend bodemonderzoek dat afgelopen maanden in opdracht van het gemeentebestuur werd uitgevoerd op de sportsite in Donk, bevestigt de historische bodemverontreiniging. Vooral onder het voetbalterrein van Donk Sport en het oefenterrein van de Molse Ruiterclub troffen de onderzoekers grote hoeveelheden gedumpte asbestmaterialen aan. Terrein C van KFC Mol is slechts voor een heel beperkt deel getroffen. De onderzoekers bevestigen: er is géén acuut gevaar voor de sporters en bezoekers van de site. Wel vragen we de ruiterclub om de clubactiviteiten op deze locatie te stoppen. Het stampen van de paardenhoeven in de grond, brengt het asbestmateriaal naar boven. We zoeken samen met de club naar een nieuw terrein. Dankzij het beschrijvend bodemonderzoek dat meteen aansluitend werd uitgevoerd, kennen we nu de exacte omvang van de verontreiniging. In een volgende stap stellen we een bodemsaneringsdeskundige aan. In nauw overleg met de betrokken sportclubs werken we een geïntegreerd masterplan en saneringsdossier uit. Dit masterplan bekijkt op lange termijn de toekomst van de site en de mogelijkheden voor elke sportclub om zich verder te ontwikkelen. Het gemeentebestuur staat - zowel tijdens als na de saneringswerken - borg voor een maximale ondersteuning van de getroffen sportclubs.

 

De sportterreinen in Donk bieden plaats aan vijf sportclubs: voetbalclubs KFC Mol en Donk Sport, Hockeyclub Inter Mol, de Molse Ruiterclub en de petanqueclub. De gronden zijn eigendom van het gemeentebestuur, maar worden op lange termijn ter beschikking gesteld van de clubs. Deze beheren elk een afgebakend deel van het domein. Op de terreinen – met toegangen langs de Boeretang en de Emiel Becquaertlaan – liggen in totaal vier voetbalvelden (natuurlijk gras), één hockeyveld (kunstgras), een oefenterrein voor paarden en petanqueterreinen. Naast het sportterrein hebben meerdere clubs er geïnvesteerd in kleedkamers en een eigen kantine.

 

Risicogronden in kaart

Het gemeentebestuur neemt zijn verantwoordelijkheid op met betrekking tot de historische bodemverontreiniging. In 2018 stelde het gemeentebestuur – in opvolging van de Vlaamse wetgeving – een volledige inventaris op van alle gemeentelijke gronden met een potentieel risico op historische bodemverontreiniging. De sportvelden in Donk zijn daarbij aangeduid als risicogrond. In een ver verleden lag op deze terreinen een voormalige zandput. Deze werd in de jaren ’60 van de vorige eeuw gebruikt als stortplaats voor asbest en huishoudelijk afval. Op dat moment was de site nog privé-eigendom. In een latere fase (begin jaren ’70 en ’80) werd alles afgedekt en stapsgewijs omgevormd tot de huidige sportsite. In deze fase werd het gemeentebestuur eigenaar.

 

Historische erfenis aanpakken

De Vlaamse doelstelling om tegen 2036 voor alle historische bodemverontreiniging ten minste de sanering op te starten, biedt een wettelijk kader en zet ons aan tot actie. Het gemeentebestuur selecteerde de sportsite in Donk als eerste historische erfenis om aan te pakken. De beginstap in dit proces was het laten uitvoeren van een oriënterend bodemonderzoek. Met behulp van boorpunten, peilbuizen en 40 sleuven (50 centimeter breed, 2 meter lang, tot 70 centimeter diep) ging studiebureau ABO na of er effectief sprake is van bodemverontreiniging. Deze meetpunten werden strategisch verspreid over de site.

 

Beschrijvend bodemonderzoek?

Omdat het oriënterend bodemonderzoek de bodemverontreiniging meteen aan het licht bracht, voerden we aansluitend een beschrijvend bodemonderzoek uit. De belangrijkste vraag van dit opvolgonderzoek was de diepte en de precieze locatie van de bodemverontreiniging. Wanneer er dankzij de bovenliggende teelaarde tijdens het sporten geen asbestvezels in de lucht vrijkomen die kunnen worden ingeademd, veroorzaakt de vervuiling geen risico’s voor de volksgezondheid. Dit werd bevestigd.

 

Op basis van dit rapport kunnen we in de volgende fase een saneringsproject uitwerken om de vervuiling structureel aan te pakken. Voor de uitvoering van saneringsprojecten geldt een wettelijke procedure, gekoppeld aan een openbaar onderzoek voor maximale transparantie. Er bestaan voor deze situatie verschillende saneringstechnieken. Het afgraven van het asbestmateriaal is veruit de duurste oplossing, bedekken met een duurzame verharding - zoals een kunstgrasveld – is een andere mogelijkheid. Beide opties zijn nog steeds mogelijk.

 

Overleg betrokken sportclubs

De sanering heeft onvermijdelijk een grote impact op de inrichting van de sportsite en de toekomstige werking van de aanwezige sportclubs. We beschouwen de saneringsopdracht dan ook als een uitgelezen kans om de toekomst van de sportsite voor de komende 40 jaar uit te tekenen. Om de continuïteit van de clubs tijdens en na de sanering te garanderen, zijn interne verschuivingen - al dan niet tijdelijk - op de site noodzakelijk.

 

Daarom starten we de komende weken individuele gesprekken met de verschillende clubbesturen. Tijdens deze individuele gesprekken luisteren we naar de toekomstambities van de club en bespreken we mogelijke scenario’s. Zo weten we nu al dat de hockeyclub de ambitie heeft om een bijkomend kunstgrasveld aan te leggen, inclusief een nieuwe kantine en kleedkamers.

 

Na een analyse van alle gesprekken, koppelen we de resultaten en mogelijke overkoepelende scenario’s terug met een coördinatiegroep waarin delegaties van de vijf clubs, het gemeentebestuur en het onderzoeksbureau zetelen. In elk geval engageert het gemeentebestuur zich tot volledige bijstand en ondersteuning, waarbij we de continuïteit voor de sportclubs maximaal garanderen.

 

Voor de Molse Ruiterclub is de zoektocht naar een nieuwe locatie inmiddels gestart. Volgens de onderzoekers stoppen zij best met hun activiteiten op de huidige locatie. Het aanhoudend stampen van de paardenhoeven woelt de asbestmaterialen naar boven, waarna ze via de lucht kunnen verspreid worden. We betreuren de impact hiervan voor de betrokken club, maar de gezondheid primeert.

 

Morele en wettelijke verantwoordelijkheid

Met het oog op de lange termijn draagt het gemeentebestuur als grondeigenaar de morele en wettelijke verantwoordelijkheid om deze historische vervuiling aan te pakken. Het gemeentebestuur is vastberaden om stapsgewijs en in alle transparantie het nodige te doen.

 

Het gemeentebestuur en onderzoeksbureau ABO staan ter beschikking voor het beantwoorden van alle vragen van de clubs, leden en bezoekers. In samenspraak met en via de clubs zullen we in elke stap proactief de nodige informatie verspreiden naar de clubleden. Elke vraag kan worden gesteld via communicatie@gemeentemol.be. Alle nieuwsberichten – inclusief de beschikbare onderzoeksinformatie - verschijnen op www.gemeentemol.be/sportterreinendonk

 

Meer info: 
communicatiedienst
014 33 09 61
Bron: 
SCHEPEN VOOR MILIEU FREDERIK LOY EN SCHEPEN VOOR SPORT HANS DE GROOF